ChristenUnie: onderzoek toeristische tram in Haarlem

Eind jaren ‘50 verdween de tram in Haarlem. Een uitgestrekt netwerk van Schoten tot Scheveningen en van Zandvoort tot Amsterdam werd gesloopt. Alleen de stadstrams in Den Haag en Amsterdam bleven over. Haarlemse tramhistorie wordt nog steeds levend gehouden. Enkele oude trams zijn bewaard gebleven waaronder een tram uit 1899. De bouw van een replica van de beroemde Blauwe Tram die ooit werd gebouwd bij de Haarlemse fabriek Beijnes en jarenlang het vervoer in de regio verzorgde is vergevorderd. Maar zonder tramrails zal deze straks alleen buiten Haarlem kunnen rijden. De ChristenUnie heeft daarom met een initiatiefvoorstel gemaakt om te onderzoeken of historische trams in Haarlem kunnen gaan rijden.
Een tram in een museum is als een Stradivarius achter glas. Een tram moet rijden om hem te kunnen beleven. In het initiatiefvoorstel van de ChristenUnie wordt een plan uitgewerkt voor het realiseren van een toeristische tramlijn in het gebied tussen Schoteroog en Veerplas. Zo kan het Haarlemse rijdend cultureel erfgoed in volle glorie worden beleefd en krijgt dit deel van Spaarnwoude een publiekstrekker. Voor het voorstel is gekeken naar succesvolle initiatieven elders in Nederland zoals de stoomtrein Katwijk-Leiden die jaarlijks bijna 40.000 bezoekers trekt. Bij het plan voor Haarlem is de ontwerper van de populaire tramlijn in het Openluchtmuseum Arnhem besproken. Raadslid Frank Visser: “Alle technische kennis is in huis, de trams zijn er al, er is zelfs al een gebouw voor een remise. Nu de tramrails en de bovenleiding nodig!”.
De bedoeling is dat de trams gaan rijden in het weekend en tijdens schoolvakanties. De trambaan kan in de grasberm van fiets- en wandelpaden in het gebied wordt aangelegd. Er zijn meerdere mogelijke routes van circa 2,5 kilometer uitgewerkt. Langs deze routes komen 3 of 4 haltes. Het plan is voorzien van een uitgebreide financiële doorrekening. De tramlijn kan low budget worden gerealiseerd door hergebruik van oude sporen en wissels van bestaande trambedrijven in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en van ProRail en door inzet van vrijwilligers. Diverse partijen hebben hiervoor hun medewerking al toegezegd. Zo zijn vrijwilligers van de Elektrische Museumtram Amsterdam bereid de bovenleiding op te hangen en zijn er toezeggingen dat er ook historische trams van andere musea en stichtingen in Haarlem kunnen gaan rijden.
Realisatie van de tramlijn vraagt volgens de berekeningen van de ChristenUnie een eenmalige investering tussen de 5,2 en 8,9 miljoen euro. Er zijn kansen dit voor een substantieel deel te betalen uit bijdragen uit subsidies, fondsen en sponsoren. Zo is er 5 miljoen euro beschikbaar uit een Regiodeal met het Rijk om te investeren in de Haarlemse stadsrand. Een deel van dit geld zou naar het tramproject kunnen gaan. Ook een gemeentelijke bijdrage zal nodig zijn. De jaarlijkse exploitatielasten kunnen mede dankzij de inzet van vrijwilligers volledig worden gedekt uit de inkomsten van bezoekers.
Donderdag 27 februari wordt het initiatiefvoorstel gepresenteerd in de Gemeenteraad. Het college van burgemeester en wethouders zal schriftelijk reageren. Over een aantal weken wordt het voorstel dan behandeld in de commissie ontwikkeling van de Gemeenteraad. Als de Raad instemt met het initiatiefvoorstel volgt er een haalbaarheidsonderzoek. Er wordt dan onder meer gekeken naar de benodigde investeringen en naar de inpasbaarheid in het gebied waar onder de grond enkele belangrijke hoogspanningsleidingen liggen. Pas als de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek positief zijn zal de Raad een besluit nemen over de daadwerkelijke realisatie van de trambaan.